Bron: Leeuwarder Courant, 20 december 2020 (Johann Mast)
Hans Jouta voltooide dit jaar zijn levenswerk: een bronzen beeld van Cruiff
Nooit zal Hans Jouta het jaar 2020 vergeten. Zijn heit Sytse, vriend, leermeester, steun en toeverlaat, overleed en zelf voltooide de beeldend kunstenaar uit Ferwert de opdracht van zijn leven, een bronzen standbeeld van Johan Cruijff dat in augustus bij de Arena werd onthuld. ,,De druk waard my hast te grut.’’
Het is een vast ochtendritueel, zoals koffiezetten en de kat voeren. Zodra Hans Jouta het licht in zijn werkplaats heeft aangedaan, werpt hij een blik op het meer dan levensgrote standbeeld dat in de loods staat. Daarna groet hij het kunstwerk – of beter: het overgebleven boetseermodel ervan – dat twee jaar lang zijn leven heeft beheerst.
Vaak is er de neiging om nog even iets te veranderen, te verbeteren. Vrijwel meteen komt dan het besef dat het niet meer hoeft, dat het af is. Dat het echte beeld allang weg is, niet meer van hem. Het is zijn kind en hij heeft het losgelaten. In liefde, maar met pijn in het hart.
Nog elke dag is de beeldend kunstenaar uit Ferwert bezig met wat hij zelf een afkickproces noemt. Zo voelt het. 54 jaar oud is Hans Jouta pas en hij heeft zijn levenswerk al voltooid. Daar komt niets meer overheen. Het staat sinds 21 augustus bij de hoofdingang van de Johan Cruijff Arena, het stadion in Amsterdam dat de naam draagt van de voetbalicoon die hij – ,,gewoane jonge út Ferwert’’ – in brons heeft gegoten.
Het standbeeld is vier maanden geleden onthuld door Frank Rijkaard. Helaas in coronatijd, dus veel volk was er niet. Maar de mensen vinden het kunstwerk prachtig en de familie van Cruijff ook. Dat heeft rust gebracht, een weldadig gevoel. Temeer omdat het zo contrasteert met de rollercoaster van emoties die Hans Jouta gedurende het werkproces heeft ervaren. En zijn omgeving erbij. Vooral Doete, zijn vrouw.
Nu zitten ze samen aan de koffie en lachen ze erom. Nu wel.
,,Der hawwe mominten west, dan moast ik beslist net yn syn buert komme’’, zegt Doete Jouta. ,,Dan fûn Hans dat in foet net goed stie, of de romp, en dan kaam de seage deryn. Dan moast de hiele boel wer oars. Leau mar dat soks stress jout. Ek by ús.’’
Wervelwind
Haar man lacht. Achteraf is het ook best grappig: voor verdedigers over de hele wereld was Johan Cruijff een hinde, een wervelwind. Niet te houden, niet neer te schoppen. En dan komt er ineens een Friese kunstenaar, zelf ooit een heel bescheiden amateurvoetballertje, en die zaagt hem bij de enkels af.
,,Tidens it wurkproses twifele ik oan alles. Haw ik de júste hâlding te pakken, liket syn holle wol? De eangst om it ferkeard te dwaan is grut. It is ommers net samar ien, it is Johan Cruijff. In ikoan. Elkenien fynt wat fan it byld. It moat goed wêze, oars hingje ik. Ik woe net dat ik letter tinke soe: dat hie oars moatten. Dy eangst slûpte deryn, by eltse kar dy’t ik makke. Hoe faak as ik dingen net feroare ha.. De druk waard suver te grut. Ik ha der net fan genoaten.’’
Als jongen begreep Hans Jouta al dat er sporters bestaan die hun sport ontstijgen. Een romanticus was hij altijd al en het liefst deed hij er nog een schepje bovenop. Hij groeide op in een kaatsfamilie die goed aanvoelde hoezeer het kaatsen de Friese historie en cultuur kleurt. Hij was verslingerd aan het spelletje en alles er omheen. Heit Sytse nam hem en zijn jongere broer Wytse elk jaar mee naar de PC. Tot die keer dat de jongens geen kaart hadden weten te bemachtigen.
Wytse was de brutaalste. Op de ochtend van de PC zag hij Hotze Schuil in de Bogt fen Guné. Tot afgrijzen van Hans stapte hij zomaar op de kaatslegende af: of Hotze soms nog een kaart over had. Dat had hij. En zo zaten de jongens van Jouta tijdens de PC om beurten naast Hotze Schuil. Maar nog voordat Hans kon zeggen hoe eervol hij het vond dat hij naast ‘De Lange’ mocht zitten, legde Schuil hem het zwijgen op. Schaterend: ,,Ik mocht wol neist him sitte, mar ik moast my stil hâlde.’’
Had Hans Jouta toen maar geweten wat hij nu weet. Dat hij jaren later de maker zou worden van het bronzen standbeeld van de in 2005 overleden Hotze Schuil, dat sinds 2006 op het Zuiderplein in Harlingen staat. Een verbluffend mooi kunstwerk, gebaseerd op een foto uit
1966, waarbij Jouta niet alleen het markante gezicht van de keizer onder de kaatskoningen op weergaloze wijze heeft getroffen maar ook diens karakteristieke opslag, met dat kaarsrechte lange lichaam.
Boppeslach
Hij weet nog hoe nerveus hij was, hoe groot de angst dat de klus aan zijn neus voorbij zou gaan. ,,Ik tocht: bliksem, dat moat ik meitsje! It sil my dochs net barre dat in keunstner dy’t noch noait op de PC west hat it krijt? Ik hie gek wurden as dizze oan myn noas foarby gien wie. Gelokkich krige ik it, in boppeslach. Us heit wie o sa grutsk en iksels ek.’’
Lachend: ,,Ast it dan sels as keatser net rêde kinst om op de PC te stean, dan is dit it maksimale. Eins wie ik doe al foldien, moaier koe it net mear wurde.’’
Dacht hij destijds. Al sluimerde er in zijn binnenste ook toen al iets. Voorgevoelens. Maar daarover straks meer.
De eerste die het talent van de jonge Hans Jouta herkende, was zijn leraar handenarbeid op de mavo, Marius Touwen. De latere baas van het miljoenenbedrijf Zorg van de Zaak – en hoofdsponsor van FC Utrecht – raadde de jonge Ferwerter aan om naar de kunstacademie te gaan.
Hans Jouta doorliep Academie Minerva in Groningen en volgde een blauwe maandag een studie kunstgeschiedenis in Amsterdam. Met beeldende kunst hield hij zich nog niet bezig. Hij schilderde landschappen, maar besefte dat er brood op de plank moest komen. Hij was net getrouwd met Doete de Groot, die hij op het kaatsveld had ontmoet. Dochter Elske (nu 27) was op komst. Later kwamen Rixt (21) en Berber (19) nog.
Zijn heit had een metaaldraaierij in Ferwert en daar kon Hans na zijn studie aan de slag. Hij werd smid, het kunstenaarschap verdween naar de achtergrond. Jarenlang maakte hij schoorsteenkappen, hekwerken en windwijzers. Het was een mooie tijd, een fijne leerschool voor het handwerk. Smid Sytse Jouta stond bekend als ‘de útfiner’. Wilden zijn zoons en hun zuster Hanneke een ligfiets hebben? Heit had de metaalzaag al in het frame van hun karretje geplant. Jouta senior knutselde in een handomdraai een lift voor strobalen in elkaar. Of een roterende tuinschoffel.
,,Heit wie hiel kreatyf, hy koe alles meitsje en hie oeral in oplossing foar. Hy stimulearre my ek doe’t ik letter nocht krige oan houtsnijwurk en bûtsearjen. Ik hie byldsjes fan hout by ús pake en beppe stean sjoen. Heit fûn it machtich dat ik dy neimakke. Syn stipe hat in grut gelok west, it hat my op wei holpen.’’
Grutte idoal
Op ad vies van een kunstenares die de metaaldraaierij bezocht om een sokkel voor een van haar beelden te bestellen, liet Hans Jouta zich inschrijven bij de stichting Keunstwurk. Op een
dag zag hij een advertentie. In Nes (nu gemeente Noardeast-Fryslân) moest een portretbuste komen van Nynke van Hichtum (1860-1939), de schrijfster van Afke’s tiental .
Ineens was zijn enthousiasme gewekt. ,,Koest in skets opstjoere. Heit sei: ‘Kinst better in skaalmodel meitsje. Dan komst boppe-op de tekeningen fan dy oaren te stean en falst mear op’. Ik hie noch noait in byld makke, allinne op prutsnivo. Mar troch it wurk dat ik by ús heit die, fernaam ik dat ik handich wie. En ik moat sizze: ik stie fersteld fan myn eigen byld fan Nynke.’’
Hij kreeg de opdracht, zijn eerste op overheidsniveau. Dat was in 1997. In de jaren die volgden kon Jouta de kost prima verdienen met galeriewerk en werk in opdracht, onder meer voor dorpsvernieuwingsprojecten. En toen kwam Hotze Schuil.
Kon er daarna iemand komen die nóg groter was dan de kaatslegende? Onmogelijk, zo leek het. Ja, er was er wel eentje, maar alleen al bij het uitspreken van diens naam kreeg Jouta een kleur.
,,Johan Cruijff hat der altyd west. Ik siet op de beukerskoalle doe’t hy grutte triomfen helle mei Ajax. Tidens it WK fan 1974 wie ik 8 jier. In ikoan, myn grutte idoal. Mar eins fral fanôf de tiid dat hy werom kaam by Ajax, yn 1981. Dat haw ik pas echt bewust meimakke. Dy stilsteande, wizende Cruijff. Dat wie wat, dat makke yndruk.’’
Als Ajax-fan – hij had samen met zijn dochter Elske een seizoenkaart – maakte Hans Jouta later borstbeelden van bekende spelers als Jari Litmanen, Sjaak Swart, Frank en Ronald de Boer, en ook Johan Cruijff. Tien in totaal. Die kwamen in de Champions Lounge van de Arena terecht. Van het een kwam het ander. In 2011 wilde de supportersvereniging een standbeeld voor hulptrainer en clubicoon Bobby Haarms. Jouta kreeg de klus.
Het bleek zijn visitekaartje voor het allermooiste dat nog zou komen. Jouta: ,,Ik hie altyd al it gefoel: Cruijff, dy komt noch in kear. Al yn de tiid fan Hotze. By alles dat ik makke, hie ik Cruijff yn myn achterholle. Dat is sa’n abstrakt ikoan, dy stiet safier boppe alle partijen. Eins hat dat ek de reden west dat ik net op him ôfstapte doe’t ik him ris seach yn de Champions Lounge. Ik woe de magy yn stân hâlde, de ûnberikberens.’’
Zenuwen
In j uli 2018, ruim twee jaar na Cruijffs overlijden, was het zover. Het ultieme Cruijff- standbeeld, van en voor de supporters, ging er komen. Kunstenaars konden erop inschrijven en een veertigtal deed dat, uit binnen- en buitenland. Hans Jouta had het niet meer. Hij was op van de zenuwen. Zijn droomopdracht, die mocht hij niet missen.
,,Ik fielde my opjage. Ik krige hiele gekke gedachten, noch slimmer as doe mei Hotze Schuil. It begûn in obsessy te wurden, dit moast myn libbenswurk wurde. Mar ja, wat soe ik no? Ik bin ommers mar in jonkje út Ferwert.’’
Na een paar slopende maanden kwam de climax en die was passend. Hans en Doete Jouta waren nog maar net in Spanje om hun 25-jarige huwelijk te vieren met hun meiden en
aanhang, toen het telefoontje kwam. De Ferwerter kunstenaar zat bij de laatste vier. Of hij de volgende week maar even een pitch, een snelle presentatie, wilde komen doen.
Bij thuiskomst had hij nog twee dagen om een schaalmodel te boetseren. Dag en nacht werkte hij door.
Hij: ,,Ik wie super senuweftich. Ek thús al.’’
Zij: ,,Dat bist oars noait. Do wiest dysels net.’’
Hij: ,,Doe seinen ús dochters: ‘heit moat it clubliet fan Ajax sjonge’. Dat holp, it ûntspande my. Tidens de pitch fertelde ik dat ferhaal oan de minsken fan de wurkgroep. Letter seinen se: ‘Toen had je de opdracht eigenlijk al te pakken’.’’
Maar dat wist Jouta dus niet. Het verlossende woord liet nog twee maanden op zich wachten. Van pure stress kreeg hij een acute hernia. ,,Ik wie kapot, niks woe mear. Ik die gjin each mear ticht.’’ Toen de opdracht eindelijk binnen was, kwam er een hele nieuwe onzekerheid bij. ,,It woe earst foar gjin meter. Ik tocht dat ik der neat mear fan koe. Doete krige gjin kontakt mear mei my.’’
Hij herpakte zich. Hans Jouta wilde geen stilstaande, als een veldheer wijzende Cruijff maken. Te stereotiep. De kunstenaar vond dat het ultieme beeld een jonge Cruijff moest tonen: de razendsnelle spits uit het begin van de jaren 70, die in volle ren en met wapperende lange haren op het vijandelijke doel afrent. Maar wel al duidelijk de regisseur in het veld, mét dat wijzende vingertje, priemend vooruit.
,,Ik woe de grinzen opsykje, syn linichheid en syn fersnelling sjen litte. De Amsterdamske bluf moast ek yn syn gesicht ta útdruk king komme, it straatschoffie út Betondorp.’’
Elke glimlach
Duizen den foto’s bestudeerde Jouta van Nederlands beste voetballer aller tijden, in allerlei gedaanten. Inmiddels kan de Ferwerter elke glimlach, elke oogopslag, ieder lijntje in het smalle gezicht dromen. Leuk detail: de boetseerwas die hij voor de beelden van Hotze Schuil en Bobby Haarms gebruikte, zit ook in het boetseerbeeld dat nog in zijn loods staat.
Het echte standbeeld, het bronzen, staat sinds 21 augustus bij de hoofdingang van de Johan Cruijff Arena in Amsterdam. De onthulling stond aanvankelijk gepland voor april, maar moest worden uitgesteld vanwege de coronapandemie. Jouta grijnst. ,,It byld hat wol in heal jier yn ’e loads stien. Ik wie yn jannewaris al klear. Hieltyd wer fielde ik oanstriid en feroarje wat. Elke kear as ik it kleed derôf helle, wie ik bliid dat it tafoel.’’
De uiteindelijke ceremonie was bescheiden van omvang. De familie Cruijff ontbrak. Er waren maar 30 genodigden, onder wie de oud-voetballers Frank Rijkaard, Sjaak Swart en Simon Tahamata. Via een livestream konden 70.000 Ajax- en Cruijff-supporters alles thuis achter hun beeldscherm volgen. De kunstenaar en zijn gezin stonden op de meest prominente plaats, de plek die eigenlijk was gereserveerd voor Cruijffs weduwe Danny en haar gezin.
Het spijt Hans Jouta vooral dat zijn grootste fan, zijn heit, er niet bij was. Sytse Jouta stierf in januari op 78-jarige leeftijd, een jaar na het overlijden van zijn echtgenote Anna. Jouta senior was dementerend en toen zijn vrouw wegviel ging het snel achteruit.
‘Ik hie it fergees ek wol dien’
Zijn oudste zoon is blij dat heit in elk geval nog ,,bliksemse goed’’ heeft meegekregen dat de Cruijff-op dracht binnen was. ,,Us heit hat my op de rit setten. En doe’t ik de opdracht krige, wisten we beide dat dit it slútstik wie, dat alles wat ik hjirfoar dien hie de oanrin wie ta dit, it ultime projekt. Mei elkoar binne we in hiel ein kaam, mar hy hat it lêste stik krekt net mear meimakke. Dat docht my sear, mar ik wit dat er it moai fûn.’’
Nu, aan het einde van een bewogen jaar, is de rust teruggekeerd in de werkloods in Ferwert. De boetseer-Johan Cruijff staat er nog steeds, in volle ren en turend naar een afspeelmogelijkheid. De kunstenaar is nog niet helemaal afgekickt van de klus van zijn leven, maar nieuwe modellen, veelal vogels en andere dieren, krijgen nu de volle aandacht.
,,Kwa oeren dy’t ik deryn stutsen ha, hat it Cruijff-byld my jild koste. Hindert neat. Ik hie it fergees ek wol dien.’’
Hij lacht. ,,En no kin der in streep ûnder myn ambysjes. Ik haw it grutste hân, ik kin wol ophâlde.’’